Leven

Het Paleoceen duurde vanaf 65,5 miljoen jaar geleden tot 55,8 miljoen jaar geleden. Het is het tijdperk van de zoogdieren. Op het eerste gezicht lijkt alles gewoon. De zeefauna en flora lijken op de fauna en flora uit het Krijt. Je mist de ammonieten, de dinosauriërs, de zee is leger geworden. De dominerende zoogdieren doemen op. De planten die veel voorkwamen waren fonteintkruiden, palmen, coniferen en bloemplanten. Er zijn plantenfamilies samen met de ammonieten uitgestorven. In de zee waren slakken, mosdiertjes, kleine koraaltjes, vissen en inktvissen nog over. Op land ontstonden nieuwe zoogdieren, en ze verdwenen net zo snel weer. Sommige dierenfamilies doen het echter goed zoals halfaapjes en oerhoefdieren.

Nederland tijdens het Paleoceen

Bekende fauna tijdens het Paleoceen

 Purgatorius                                                                              Guaranisuchus munizi

(Zoogdier dat leefde in Noord Amerika)                            (reptiel sterk verwant aan de krokodil)

 Leven

Het Eoceen duurde vanaf 55,8 miljoen jaar geleden tot 33,9 miljoen jaar geleden. Het is het tijdperk van de zoogdieren. In de kreek zwemmen roggen, de oevers bedekt met mangrove-achtige bomen, de wortels bedenkt met oesters. De zee was gevuld met divers leven. Rijke visfauna, een grote variatie aan tropische schelpen en slakken. Het land bevolkt door miereneters, schubdieren, knaagdieren en liepen de voorouders van het paard rond. Het klimaat is koeler. De vegetatie minder divers en paste zich aan de omstandigheden aan. In de laaglanden en kustvlaktes onstonden moerassen.

 Nederland tijdens het Eoceen

In het Eoceen lag Nederland iets ten zuiden van de huidige positie en op de westrand van het Euraziatische continent. 

Bekende fauna tijdens het Eoceen

 De Basilosaurus                                                                         De Gastornis

(één van de eerste walvissen)                                                (Een schrikvogel uit laat Eoceen)

Leven

Het Oligoceen duurde vanaf 33,9 miljoen jaar geleden tot 23 miljoen jaar geleden. Het is het tijdperk van de zoogdieren.  Het Oligoceen was een erg afwisselende periode. In de zee zwommen inktvissen, vissen, haaien, krabben en slakken.  Op het land was divers leven. Sommige diersoorten stierven uit, nieuwe soorten kwamen op. Bijvoorbeeld hamsters, bevers, Europese oerpaardjes en apen. Er werd veen gevormd dat we in Duitsland terug kunnen vinden. Het klimaat was iets warmer geworden.

 Nederland tijdens het Oligoceen

 In het Oligoceen lag Nederland ongeveer ter hoogte van wat nu Frankrijk is, op de westrand van het Euraziatische continent aan de zuidrand van de Noordzee. De Noordzee was via smalle zeestraten in Duitsland verbonden met de voorloper van de Middellandse zee, en met zeeën die toen in Oost-Europa lagen.

Bekende fauna tijdens het Oligoceen

Pteropood                                                                            Paleaeotheriidae

(Gevleugelde slak die de plankton vormde                 (Een zoogdier waar het moderne paard vanaf stamt)

uit het Oligoceen)

Leven

Het Mioceen duurde vanaf 23 miljoen jaar geleden tot 5,3 miljoen jaar geleden. Het is het tijdperk van de zoogdieren. In de subtropische Miocene zee zwemmen Walvishaaien mosdiertjes en huisvest koraal zich. Verschillende vissoorten zwemmen rond, walvissen dolfijnen, zeekoeien en reuzenhaaien. Op het land ontwikkelden zich moerassen met coniferen en kunstmammoetbomen. Er leven mammoets, tapirs, herten en vliegende eekhoorns. De bossen zijn dicht begroeid.

 Nederland tijdens het Mioceen

Nederland lag ongeveer op de plek waar het nu ligt, aan de westrand van het Euraziatische continent en aan de zuidrand van het Noordzeegebied. De Noordzee leek redelijk veel op de huidige Noordzee. De verbinding van de Noordzee en de Atlantische Oceaan, het Kanaal bestond een groot deel van de tijd niet.

Leven

Het Plioceen duurde vanaf 5,3 miljoen jaar geleden tot 1,8 miljoen jaar geleden. Het is het tijdperk van de zoogdieren. Kokerworpjes, vissen, dolfijnen, walvissen en haaien bevolkten de schemerende zee. Weekdieren, mosdiertjes en andere ongewervelde dieren waren ook aanwezig (en vandaag de dag nog) Het leven op het land en in de zee veranderde. Het klimaat was aan het afkoelen en de flora en de fauna moesten zich aanpassen. Sommige soorten stierven uit, sommige soorten verschansten zich in warmere oorden. Op het land groeiden coniferen, moerascipressen, dennen en sparren. In de bossen leefden een tal van hertensoorten, tapirs, woelmuizen en vliegende eekhoorns. Zeevogels heersten over de Pliocene zeeën.

Nederland tijdens het Plioceen

 Nederland lag min of meer op zijn huidige plek: aan de westrand van het Euraziatische continent en aan de zuidrand van het Noordzeegebied.

Bekende fauna tijdens het Plioceen

De Spondylus                                                                             De Sabeltandkat

(Een tweekleppige uit de Pliocene zee)                              (Zoogdier uit het Plioceen)