Leven

Het Vroeg-Pleistoceen duurde vanaf 1,8 miljoen jaar geleden tot 781000 jaar geleden. Het is het tijdperk van de zoogdieren. Het land is vochtig. Op het land wilde druiven die in de rivierbossen groeien, zorgen voor veel fruit. Bevers, herten en zwijnen komen er graag. In de zee ontwikkelden zich zeefauna, walrussen, nonnetjes en weekdierfauna. Op het land kwamen er makaken (een soort aap), herten, tapirs eiken, iepen, lindes en gombomen voor. De vegetatie bestond uit berken, grassen, zeggen, mossen en dennen. Aan het einde van het Vroeg-Pleistoceen veranderde het leven van de fauna op het land. Er kwamen nieuwe soorten. Leeuwen, gevlekte hyena's en de zuidelijke mammoet, die evolueerde tot de steppemammoet.

 Nederland tijdens het Vroeg-Pleistoceen

 Nederland lag op de huidige plek: aan de westrand van het Euraziatische continent en aan de zuidrand van de Noordzeegebied.

Bekende Fauna tijdens het Vroeg-Pleistoceen

Leven

Het Midden-Pleistoceen duurde vanaf 781000 jaar geleden tot 126000 jaar geleden. Het is het tijdperk van de zoogdieren. Op het land domineren de mensen, ze lijken al modern. In de bossen leven herten en bosolifanten. De vlakten worden bevolkt door steppeneushoorns en steppemammoeten. In de rivierkreek zwemmen nijlpaarden. De herbivoren domineren het land, gek genoeg. De coyoteachtige honden van het Vroeg-Pleistoceen evolueerden tot wolven. Het is een korte, warme onderbreking. De ijstijd staat voor de deur. Tijdens de ijstijd is het land gemengd met loof- en naaldbas. De vegetatie is soortgelijk aan nu, bestaande uit berken, grassen, zeggen en mossen.  

Nederland tijdens het Midden-Pleistoceen

 Nederland ligt aan de westrand van het Euraziatische continent en aan de zuidrand van de Noordzee, op de plek waar het nu ligt. 

 Bekende Fauna tijdens het Midden-Pleistoceen

Leven

Het Laat-Pleistoceen duurde vanaf 126000 jaar geleden tot 11800 jaar geleden. Het is het tijdperk van de zoorgdieren. Hyena's, mammoeten, bosolifanten, damherten en wolharigeneushoorns zijn van de partij. De vlakten strekken zich uit tot de horizon. Een vrij eentonige wereld, maar een fijn thuis met voedsel en manshoge steppewisenten. In de bossen kwamen hazelaars en wilde druiven voor, hoewel de bossen meestal bestonden uit eiken en beukenbomen. In de zee huisden walrussen. Ons deel van de aarde was meer naar de zon gedraaid, en kende meer zonuren. Erosie van rivieren veroorzaakten een grote hoeveel van voedingsstoffen, zodat de enorme mammoetsteppe kon ontstaan.

Nederland tijdens het Laat-Pleistoceen

Nederland lag aan de westrand van het Euraziatische continent en aan de zuidrand van de Noordzee, die in deze periode voor een deel droog stond.

Eemien;
Hier bestaat Nederland tijdens het Eemien het meest uit laagland met bossen en open begroeiing en randzee

 Weichselien;
Hier bestaat het Weichselien het meest uit laagland steppe of woestijn en droge rivierdalen

Bekende fauna tijdens het Laat-Pleistoceen

Bosolifant                                                                            Damhert

(Een uitgestorven diersoort uit het Laat en Midden   (Een hertensoort uit het Laat-Pleistoceen)

Pleistoceen)