Het Holoceen

Leven

Het Holoceen duurde vanaf 11800 jaar geleden tot het heden. Het is het tijdperk van de zoogdieren. Op het land leefden vogels, mensen, beren, elanden, oerossen en wolven. Vissen zwemmen in de zeeën. In de elfde eeuw werd de bruine beer in ons land uitgeroeid, de laatste wilde wolf werd in 1897 gespot. Verstedelijking zorgde ervoor dat veel diersoorten verdwenen. Niet alle soorten verdwenen. De romeinen introduceerden de tamme kastanje en het konijn kwam over van het Iberisch Schiereiland. Langzamerhand begon de mens landbouw te bedrijven. De natuurlijke vegetatie maakte plaats voor cultuurlandschap, kwelders ontwikkelden zich, en landinwaarts lagen uitgestrekte veenmoerassen waarin berken, elzen, populieren en rietlanden voorkwamen. Zegge en Veenmos domineerde het hoogveen landschap maar op drogere zandgronden, zoals op de stuwwallen en rivierovers stonden eiken - hazelaar- linden en beukenbossen. 

Nederland tijdens het Holoceen 

Nederland lag inmiddels al vele jaren op zijn huidige plek: aan de westrand van het Euraziatische continent en aan de zuidrand van de Noordzee. De Noordzee in zijn huidige vorm is zo'n negenduizend jaar geleden ontstaan. Toen de stijgende zeespiegel zorgde voor de doorbraak in het Kanaal, kwam de Noordzee in verbinding te staan met de Atlantische Oceaan.

 

Bekende fauna tijdens het Holoceen

 

Oryctolagus cuniculus                                                                    Sphagnum cuspidatum

(Het konijn)                                                                                      (Ook bekend als Veenmos, een sporenplant uit
                                                                                                             het Holoceen)   

Maak jouw eigen website met JouwWeb